dinsdag 9 januari 2007

Koningskinderen

Gedicht Mandy de Bruijn, door haar voorgedragen op mijn afscheidsfeest (7jan2007)


Zie jij hen wel staan?
Het is het vuil der straat!
Zie jij hen wel staan?
Kijk hen toch niet aan!
Zie jij hen wel staan?
Met hen wil niemand omgaan!

Waarom jij wel?
Waarom zie jij hen staan?
Die onbekende kinderen van de rekening.
Ze zijn slechts een ding.
Door niemand gekend.
Door niemand herkend.
Ze zijn laag.

Waarom zie jij hen wel staan?
Kijk ze toch niet aan!
Die onbekende kinderen van de rekening.
Ze zijn slechts een ding,
enkel maar een schim,
een verschijnsel.
Ze zijn vaag.

Zie jij hen wel staan?
Waarom telkens toch deze vraag?
Zie jij hen wel staan,
de onbekende kinderen van de rekening?

Ja, ik zie hen staan!
Zij zijn geen ding!
Maar koningskinderen!
Zij zijn er niet om anderen te hinderen.
Maar kijk, dan zie je het,
het zijn koningskinderen!

Zij, die als de koning te rijk zijn,
wanneer ze liefde geven.
Liefde voor een ander,
om zelf te kunnen overleven.
Liefde geef ik hen,
Liefde krijg ik dubbel terug van hen.

Kijk! Daar staat een koningskind.
Het versleten petje is zijn kroon.
Een stapel kranten is zijn troon.
Maar kijk! Hij zwaait naar mij.
En ik zwaai terug naar hem.
Ja, ik kijk hem aan.
Ieder koningskind wil ik zien staan.

En jij?
Kijk de straatkinderen eens aan.
Wellicht, zie jij hen ook als koningskinderen voor je staan!

Geen opmerkingen: